WWFT voor belastingadviseurs en accountants

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) voor belastingadviseurs en accountants

 

Wat is de WWFT ?

De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) heeft als doel witwassen en terrorismefinanciering te bestrijden. Witwassen houdt in dat illegaal verkregen vermogen legaal wordt gemaakt, zodat de illegale herkomst niet langer zichtbaar is. Er is sprake van terrorismefinanciering als vermogen wordt gebruikt om terroristische activiteiten mogelijk te maken.

 

Wat betekent dat voor de accountant?

De WWFT kent twee hoofdverplichtingen voor accountants (en met ons nog veel andere adviseurs): het instellen van cliëntenonderzoek en de meldingsplicht. De wet verplicht tot het melden van een verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie aan een daarvoor ingesteld meldpunt. De andere pijler betreft het cliëntenonderzoek.

 

De verplichting tot het doen van cliëntenonderzoek en de meldingsplicht gelden voor zover de beroepsactiviteiten van de externe registeraccountant (RA), externe accountant-administratieconsulent (AA) of belastingadviseur worden uitgeoefend. Hierbij moet in ieder geval gedacht worden aan:

  • werkzaamheden met betrekking tot de jaarrekening;
  • het voeren van administraties;
  • forensische accountancy;
  • belastingadvies;
  • het invullen van belastingaangiften*;
  • nieuwe soorten dienstverlening zoals ‘tax assurance’.

* Bij het invullen van eenvoudige belastingaangiften en het daarbij behorende advies is een cliëntonderzoek niet noodzakelijk. Het gaat hierbij om aangiften waarbij de belastingplichtige geen:

  • belastbare winst uit onderneming geniet;
  • belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden heeft;
  • aanmerkelijk belang heeft;
  • voordeel uit sparen en beleggen heeft.

 

Cliëntenonderzoek

Onder de WWFT vallende instellingen dienen ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme een op risicogevoeligheid afgestemd cliëntenonderzoek te verrichten. Het cliënten-onderzoek dient risico georiënteerd te gebeuren. Afhankelijk van hoe de instelling het risico op witwassen en terrorismefinanciering inschat, kan het cliëntenonderzoek vereenvoudigd, normaal dan wel verscherpt uitgevoerd worden. Het cliëntenonderzoek houdt kort gezegd het volgende in:

  • identificatie van de cliënt en verificatie van diens identiteit;
  • op risico gebaseerd inzicht verkrijgen in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur indien sprake is van een rechtspersoon;
  • identificatie en op risico gebaseerde verificatie van de uiteindelijk belanghebbende;
  • vaststelling van doel en beoogde aard van de zakelijke relatie;
  • vaststelling of de natuurlijk persoon die de cliënt vertegenwoordigt daartoe bevoegd is
  • op risico gebaseerd verifiëren of de ‘cliënt’ ten behoeve van zichzelf of van een derde optreedt;
  • een “voortdurende controle” (bewaken, monitoren) van de zakelijke relatie en de transacties.

 

De wet stelt een verscherpt cliëntenonderzoek verplicht

  • indien en naar gelang er sprake is van een verhoogd risico op witwassen of terrorismefinanciering vanwege de aard van de zakelijke relatie of de transactie of in verband met de staat waar cliënt woonachtig of gevestigd is of zijn zetel heeft
  • bij identificatie van natuurlijke personen zonder fysieke aanwezigheid; bij dienstverlening aan politiek prominente personen (PEP’s) of cliënten met een uiteindelijk belanghebbende die een PEP is.

Verscherpt cliëntenonderzoek zou bijvoorbeeld het volgende kunnen inhouden:

  • beoordeling van documenten op echtheid
  • verkrijging van een Verklaring Omtrent Gedrag van de rechtspersoon
  • aanwezigheid van een gedragscode en/of klokkenluidersregeling bij de cliënt
  • nader onderzoek naar de bevoegdheden en functies van directie en gevolmachtigden
  • onderzoek naar afnemers van cliënt en/of tussenpersonen
  • wanneer dat past bij de aard van de overeengekomen dienstverlening: onderzoek naar de aanwezigheid van risico’s van fraude en van daarop gerichte preventieve maatregelen
  • wanneer dat past bij de aard van de overeengekomen dienstverlening: steekproefsgewijs onderzoek naar herkomst en bestemming van goederen (waaronder gelden), daaronder begrepen eventueel opvragen van bankafschriften.

 

Welke gegevens legt de accountant vast tijdens het cliëntonderzoek?

De wet geeft specifieke aanwijzingen voor de vastlegging van de identiteits- en verificatiegegevens.  Deze vastlegging moet toegankelijk zijn, hetgeen redelijkerwijs veronderstelt dat controle eenvoudig kan plaatsvinden. Vastlegging kan derhalve in het cliëntdossier of in een centrale administratie of een combinatie daarvan.

 

Van een natuurlijk persoon dient het volgende te worden vastgelegd:

  1. Ter identificatie
    1. Geslachtsnaam;
    2. Voornamen;
    3. Geboortedatum;
    4. Adres en woonplaats dan wel plaats van vestiging;
    5. een afschrift van het document met persoonsidentificerend nummer waarmee de identificatie heeft plaatsgevonden.
  2. Ter verificatie
    1. Aard;
    2. Nummer;
    3. Datum;
    4. Plaats van uitgifte van het document waarmee de identiteit geverifieerd is.
  3. De aard van de dienstverlening:
    Deze vastlegging zal veelal uit het dossier kunnen blijken, doch kan ook centraal en meer algemeen worden aangeduid (belastingadvies, controlewerkzaamheden, administratieve dienstverlening etc.).

Van een naar Nederlands recht opgerichte rechtspersoon:

  1. Van de rechtspersoon
    1. rechtsvorm;
    2. statutaire naam;
    3. handelsnaam (indien aanwezig);
    4. adres met huisnummer en postcode;
    5. plaats van vestiging;
    6. land van statutaire zetel;
    7. registratienummer bij een KvK en plaats van vestiging van de KvK;
    8. de wijze waarop identificatie heeft plaatsgevonden.
  2. Van de vertegenwoordiger/natuurlijk persoon van de rechtspersoon (NB: dit kan een lid van het bestuur/directie zijn, maar ook een gevolmachtigde)
    1. voornamen;
    2. geslachtsnaam;
  3. Aard van de dienstverlening
    Deze vastlegging zal veelal uit het dossier kunnen blijken, doch kan ook centraal en meer algemeen worden aangeduid (belastingadvies, controlewerkzaamheden, administratieve dienstverlening etc.).

 

Meldingsplicht

Voor de verschillende groepen van meldingsplichtigen gelden verschillende objectieve indicatoren. Voor belastingadviseurs en accountants is de volgende objectieve indicator vastgesteld:

  • Transacties van € 15.000 of meer betaald aan of door tussenkomst van de instelling in contanten, met cheques aan toonder of soortgelijke betaalmiddelen.
  • Transacties waarbij de meldingsplichtige aanleiding heeft om te veronderstellen dat ze verband kunnen houden met witwassen of financiering van terrorisme

Valt belastingfraude ook onder de meldingsplicht?

Belastingfraude is het opzettelijk doen van een onjuiste belastingaangifte of het opzettelijk ten onrechte achterwege laten van een belastingaangifte. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad dient onder ‘opzet’ ook voorwaardelijk opzet te worden verstaan. Voorwaardelijk opzet houdt in dit verband in: bewust de aanmerkelijke kans aanvaarden dat een onjuiste aangifte wordt ingediend. Ook in de gevallen van een vermoeden van voorwaardelijk opzet zal naar de mening van de beroepsorganisaties sprake kunnen zijn van belastingfraude en waarschijnlijk dus van een meldplicht ingevolge de WWFT

 

Bij meldingsplichtige instellingen bestaat vaak de indruk dat zij slechts verplicht zijn te melden als een transactie verdacht is. Dat is onjuist. De systematiek van de wetgeving is dat de aanleiding om te veronderstellen dat de transactie verband kan houden met witwassen of de financiering van terrorisme (“ongebruikelijke transactie”) door de instelling gemeld wordt bij de Financiële inlichtingen eenheid (FIU-Nederland). FIU-Nederland beoordeelt of een gemelde ongebruikelijke transactie verdacht is. Verdachte transacties worden doorgemeld naar opsporingsinstanties of veiligheidsdiensten voor nader onderzoek. FIU-Nederland beoordeelt daartoe elke melding en vraagt zo nodig nadere informatie op bij de melder.

 

De WWFT definieert een transactie als een handeling of samenstel van handelingen van of ten behoeve van een cliënt waarvan de instelling ten behoeve van haar dienstverlening aan die cliënt heeft kennisgenomen.Deze nieuwe definitie is per 1 januari 2013 in werking getreden en wil vooral duidelijk maken dat hetgeen wordt waargenomen in het kader van de dienstverlening aan de cliënt gemeld dient te worden, ook als de instelling niet actief betrokken was bij de betreffende transactie. Dit is echter niet zonder beperkingen. Het moet wel gaan om handelingen door de cliënt of door een derde ten behoeve van de cliënt verricht. Is de cliënt in het geheel niet betrokken bij de handeling, dan valt deze niet onder het transactiebegrip.

 

Bronnen:

 

NBA-handreiking 1124

Richtsnoeren voor de interpretatie van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) voor belastingadviseurs en accountants

Juni 2014

 

DISCLAIMER: De informatie op deze website is enkel bestemd voor algemene informatiedoeleinden. Hoewel de versterkte informatie met de grootst mogelijke zorgvuldigheid is samengesteld kunnen wij, o.a. vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, niet garanderen dat deze informatie compleet, actueel en/of accuraat is op het moment van raadpleging en dat deze toepasbaar is in een specifieke situatie. Wij raden u dan ook aan contact op te nemen met ons of met uw eigen adviseur voordat u handelt of beslist.